Hoe je sowieso NIET gelukkig gaat worden
Een van mijn favoriete artikelen is geschreven door David Brooks. Regelmatig herlees ik het artikel en het raakt altijd.
In de New York Times schrijft Brooks over hoe het leven van veel mensen twee bergen kent. De eerste berg is de berg, waarvan mensen denken dat ze ‘m moeten beklimmen. Je komt net van school en gaat wel of niet naar de universiteit, omdat dat is wat je doet. Je kiest een baan waar je veel geld mee kunt verdienen, of begint juist een eigen bedrijf, omdat je vindt dat ondernemers pas echt iets bereiken in hun leven.
De eerste berg staat in het teken van hard werken, het managen van je reputatie en het vergaren van statussymbolen. Je wilt bijvoorbeeld een kantoor, of een koophuis, een mooie auto of PhD achter je naam hebben staan. Als je op de eerste berg staat, dan denk je dat het leven maakbaar is. Jij kunt jezelf gelukkig maken. En dan niet door het gewoon te zijn, maar door de doelen te bereiken, die je voor jezelf gesteld hebt.
Wat denk ik de eerste berg zo verraderlijk maakt, is dat de top steeds verschuift. Als je 12 bent, is de top de beste cijfers van de klas hebben. Als je 15 bent, is de top toegelaten worden tot een prestigieuze universiteit. Als je 18 bent, is de top een carrière bouwen waar mensen van onder de indruk zijn. (Ik neem voor het gemak mezelf even als voorbeeld 😉). Het gevolg is dat je lot misschien nog wel heillozer is dan dat van Sisyphus. Ook al rolde zijn steen steeds weer naar beneden, hij bereikte tenminste wel de top 😉.
Wat de eerste berg ook niet bepaald een pretje maakt, is dat het er zo verdomde druk is. Als iedereen op jacht is naar dezelfde statussymbolen, dan krijg je al snel de indruk dat er niet genoeg is. Dan denk je dat het succes van de ander, jouw geluk in de weg staat. En dat is ook zo. Als je er tenminste vanuit gaat dat jouw geluk afhangt van het tevreden houden van je ego.
Godzijdank is er een tweede berg. De meeste mensen komen hier achter nadat ze flink wat shit hebben meegemaakt. Je lijkt het perfecte leven te leiden: mooi huis, leuke baan, fijn gezien, lieve partner, perfecte kinderen, gezellige vrienden. En dan ineens klapt het in elkaar. Je bedrijf gaat failliet, een familielid sterft, je krijgt een burn-out, of geeft toe aan jezelf dat je eigenlijk gewoon ongelukkig bent. Zo kom je tot de conclusie dat alle overwinningen die je geboekt hebt op de eerste berg, er eigenlijk niet zo toe doen.
Uit elkaar vallen is denk ik de beste beschrijving van wat er dan gebeurt. De minder bekende vriend van Abraham Maslow, Kazimierz Dabrowski noemt dit positieve desintegratie. Volgens zijn theorie is dit uit elkaar vallen een kans om op een betere manier weer in elkaar te komen. Het verdwalen, niet meer weten en ongelukkig zijn is een kans om te stijgen naar een nieuw persoonlijkheidsniveau. In Brooks zijn termen is het eens kans om van de eerste naar de tweede berg over te stappen.
Als je de grillen van je ego los kunt laten, dan gaat je leven niet meer om het vergaren van statussymbolen. Op de tweede berg bén je al gelukkig. Daar bovenop krijg je de vreugde van liefdevolle relaties, betekenisvol werk en een rijk leven leiden cadeau. Brooks zegt het zo: ‘we compete to get near a little sunlamp, but if we lived differently, we could feel the glow of real sunshine.’
Ik denk dat je niet op een (midlife)crisis hoeft te wachten voor je van de eerste naar de tweede berg overstapt. Wanneer je jezelf toestaat om die echte zonneschijn te voelen, dan kun je ineens heel hard lachen om de illusie van competitie. Vanuit het perspectief van die tweede berg loopt niemand voor je voeten, want iedereen loopt zijn eigen pad. Dan ineens is er veel meer ruimte om de ander een hand toe te reiken zonder er iets voor terug te verwachten. Of gewoon even stil te staan, te genieten van de zon en te juichen voor de mooie paden die anderen bewandelen.
Lieve mensen, dat jullie maar mooi die tweede berg mogen bewandelen.
Of zoals Peter Thiel het iets harder zou zeggen: competition is for losers. 😉
Lees het artikel van David Brooks hier.
